skip to Main Content

Net als de afgelopen jaren vragen er ook nu nog een verhoogd aantal mensen
asiel aan in België omdat ze op de vlucht zijn voor vervolging of oorlog in hun thuisland.
Het onderzoeken van deze asielaanvragen duurt meestal enkele maanden tot een jaar.
Zolang deze procedure loopt worden asielzoekers opgevangen in collectieve centra of in
lokale opvanginitiatieven (LOI’s) die aanwezig zijn in bijna élke Vlaamse gemeente.

Ook in de Rupelstreek. Wie erkend wordt, mag in België blijven.
Maar dan begint het klokje te tikken. Erkende vluchtelingen moeten hun opvangplaats
binnen de twee (max. vier) maanden verlaten en een eigen huurwoning zien te vinden.
Heel wat asielzoekers die we in de Rupelstreek opvangen, willen ook na hun erkenning
in onze streek blijven wonen. Ze hebben hun leven hier al voor een stukje heropgebouwd
en hun kinderen gaan hier al een tijdje naar school.
Velen slagen er echter niet in om op tijd een huurwoning te vinden.

Een woning te huur in je buurt? Geef ons een seintje!

 

Jij kan het verschil maken! Erkende vluchtelingen stoten op heel wat barrières
in hun zoektocht naar huisvesting. Hun sociale netwerk is nog zeer klein,
ze leren nog maar net Nederlands en het woningtekort op de Vlaamse
huurmarkt sleept al jaren aan.

De Vluchtelingenwerking van Booms Welkom vzw helpt vluchtelingen
deze barrières overwinnen door samen met hen op zoek te gaan
naar huurwoningen in onze buurt. We doen dit in samenwerking
met het OCMW, de sociale huursector en  de private immobiliënkantoren.
Maar de zoektocht duurt lang en is niet altijd succesvol.

Daarom kunnen we jouw hulp goed gebruiken.
Met dit krantje roepen we jou op om in je buurt en binnen
je netwerk van vrienden, familie en kennissen op zoek te gaan
naar huiseigenaars die willen verhuren aan erkende vluchtelingen.

De Vluchtelingenwerking staat klaar om een brug te slaan tussen
hen en vluchtelinghuurders. Binnenin dit krantje leggen we uit hoe je dit aanpakt,
vind je meer informatie over verhuren aan erkende vluchtelingen en laten we je
kennismaken met erkende vluchtelingen die in de Rupelstreek een huurwoning zoeken.

Vrijwilligster Kris getuigt

“Toen ik ongeveer 2 jaar geleden als vrijwilligster begon te werken
bij Welzijnsschakel had ik het geluk kennis te mogen maken met een
aantal vluchtelingenfamilies.  Ik ontmoette stuk voor stuk fijne mensen,
maar vooral ook mensen die balanceren tussen hoop en wanhoop.

Wanhoop om alles wat ze achterlieten: hun familie, vrienden, bezittingen, hun job,
kortom het ganse leven dat ze hadden opgebouwd.
Maar ook de hoop op vooral een veilige plaats, een nieuwe toekomst.
Het allereerste wat me opvalt bij deze families is hun gastvrijheid.
Zonder enige aarzeling nodigen ze me uit aan hun tafel en nemen ze me op in hun kring.
Wat ik vooral zie, zijn mensen die hun uiterste best doen om de taal te leren,
een job te vinden en te integreren in onze maatschappij, alle hindernissen en vooroordelen ten spijt.

Toen er een advertentie verscheen in het gemeentebladje van
Rumst om samen met erkende vluchtelingen op zoek te gaan naar een woning,
vond ik dit een uitstekende opportuniteit om meer te betekenen.
Voor de meeste nieuwkomers is het moment van de erkenning het begin van een nieuw leven.
De allereerste bezorgdheid is een woning vinden waar ze een verse start kunnen maken.

Eens vluchtelingen een erkend statuut verwerven, hebben zij
amper 2 maanden tijd om op zoek te gaan naar een eigen woning,  een bijna onmogelijke opdracht.
Spijtig genoeg zijn er nog steeds weinig eigenaars bereid te verhuren aan nieuwkomers.
Bovendien is huren in Vlaanderen zeer duur.

Er zijn veel huisjesmelkers op de woonmarkt die slechte panden aan véél
te hoge prijzen verhuren en misbruik maken van de zwakke positie van vluchtelingen.
Ik ken verschillende verhalen van huurwaarborgen, die onder tafel geregeld worden.
Allereerst ga ik met de kandidaat-huurders een gesprek aan om te bekijken:
waar willen ze wonen? Wat is een haalbare huurprijs?

Samen gaan we dan op zoek via diverse kanalen: internet, de straat, het eigen netwerk,
… Er volgen dan zeer veel telefoontjes in de hoop een bezichtiging vast te krijgen
en eventueel een huurcontract. Mijn ervaring leert dat het een ontzettend
voordeel is als een vrijwilliger de vluchteling kan vergezellen bij het bezoek aan een pand.

Dikwijls loopt de communicatie wat moeilijk omwille van het nog gebrekkige Nederlands.
De vrijwilliger kan dan meer duiding en uitleg geven hoe de zaken op een correcte
manier afgehandeld kunnen worden. Wanneer we samen een pand gevonden hebben,
probeer ik hen door het administratieve doolhof te loodsen, zoals bij het afsluiten
van de nutsvoorzieningen en verzekeringen.

Indien mogelijk proberen we ook nog wat meubeltjes en huisraad te vergaren,
want het is echt helemaal van nul beginnen. Sommigen staan vlug op eigen benen,
anderen hebben behoefte aan wat meer ondersteuning. In ieder geval laat ik regelmatig
van me horen om te kijken of alles goed gaat. Ik laat ze niet te gauw los.

Bovendien probeer ik ook met de verhuurder een goed contact te onderhouden.
Ik blijf de tussenpersoon, indien nodig. Sommige (vooral) jonge mensen trekken naar de stad,
omwille van het meer uitgebouwd openbaar vervoer, meer kans op werk maar velen willen liever
blijven in de gemeente waar ze in de loop van hun procedure verbleven omdat ze daar meestal al
een sociaal leven hebben opgebouwd: de school, de buren, de kinderen, …

Enkel door elkaar te ontmoeten kunnen we anderen beter leren kennen en waarderen.
Want onbekend is onbemind. De beeldvorming die we van elkaar hebben, kan er enkel wel bij varen.
Het zoeken naar woningen voor vluchtelingen is soms zeer frustrerend omwille van de vele afwijzingen en vooroordelen. Maar de euforie bij het afsluiten van een goed huurcontract is des te groter.
De dankbaarheid, het respect en vooral de vriendschap die ik hier voor terugkrijg, is van onschatbare waarde.”

 

Wat kan jij doen?

Maak een foto van huuraffiches op straat of noteer de contactgegevens
en stuur deze naar de Vluchtelingenwerking van de Rupelstreek via blauwstraat43@gmail.com.
Voor alleenstaanden zoeken we iets rond  €500 euro per maand, voor gezinnen rond €800 per maand.

Informeer je vrienden, kennissen en familie over de woonnood van erkende
vluchtelingen en vraag hen om uit te kijken naar solidaire verhuurders in hun eigen netwerk.
Misschien kennen zij iemand wiens woning te huur staat of wiens
woning binnenkort vrijkomt. Om deze oproep te versterken,
kan je bij Booms Welkom gratis een stapel van dit gedrukte krantje vragen  om binnen je netwerk teverspreiden.

De digitale versie van dit krantje kan je vinden
op www.woninggezocht.be of www.boomswelkom.be en verspreiden via mail of sociale media.

Zit je met een verhuurder die liever niet rechtstreeks wenst te verhuren aan een erkende vluchteling?
Of ken je een eigenaar van een leegstaande woning die geen ervaring heeft met verhuren en toch zijn woning
wil inzetten voor een sociaal doel? Laat hen langsgaan bij je lokale Sociale Verhuurkantoor.
(Lees meer bij ‘Tips & Tricks’ op de rechterpagina)

Zijn je kinderen het huis uit en voelt je woning wat leeg aan?
Sinds kort kan je mits een melding bij je gemeente een kamer
in je eigen woning verhuren aan erkende vluchtelingen!
(Lees meer bij Tips & Tricks)

Geef ons een seintje indien je een huiseigenaar vindt die wil verhuren aan erkende vluchtelingen.
De Vluchtelingenwerking van Booms Welkom zorgt voor een goede match tussen eigenaar en kandidaat-huurder. Ook na de verhuis blijven wij zowel de eigenaar als de huurder ondersteunen!

Verhuurder Leo aan het woord

Jawid is een jonge Afghaan van 21 jaar oud die gevlucht is
voor de Taliban en in december 2015 in België is aangekomen.

Na een verblijf van ongeveer 1 jaar in 3 verschillende asielcentra
werd hij doorverwezen naar het Lokaal Opvang Initiatief (LOI) van Rumst.
Vermits de kennis van het Nederlands bijna nihil was en ook de kennis
van het Engels zeer beperkt, was het opportuun voor hem om samen met een
vrijwilliger op zoek te gaan naar een geschikt appartementje.

Tot ze op een mooie zondagmiddag via Immoweb een
appartementje konden bezichtigen op’t Kiel te Antwerpen.
De eigenaar Leo Damen getuigt hier met veel graagte over:
“Ik was net eigenaar geworden van het pand en na wat opknapwerk was het klaar voor verhuur.
Eén van de eersten die reageerde op de advertentie was een vrijwilligster.

We maakten nog diezelfde zondagmiddag een afspraak.
Jawid kwam mij aangenaam over. De vrijwilligster stelde me
gerust over de verdere gang van zaken, zoals bijvoorbeeld het betalen van een huurwaarborg.
De aanwezigheid van de vrijwilligster heeft zeker meegespeeld in mijn beslissing om te verhuren aan Jawid.
Ik kan Jawid enkel maar bewieroken : hij betaalt zijn huishuur correct, houdt zich aan de afspraken en is zeer netjes.

Ik heb het gelijkvloers van hetzelfde pand ondertussen
verhuurd aan een vriend van Jawid.” “Ook over de samenwerking met het OCMW valt er niets te klagen.
En ik weet dat ik steeds op de bemiddeling van de vrijwilligster kan rekenen.
Ondertussen verhuur ik nog een appartementje aan een Afghaanse jongen uit het zelfde LOI.

Ook dit verloopt goed. Helemaal in het begin was er een
kleine onenigheid tussen de bewoners i.v.m. lawaai en rommel in de traphal.
We zijn dan samen met de huurders en hun respectievelijke vrijwilligers (vertegenwoordigers) rond de tafel gaan zitten. Nu houdt iedereen zich aan de gemaakte afspraken en verloopt alles naar wens.” En wat Jawid betreft : hij heeft zijn eerste niveau Nederlands afgerond, een inburgeringscursus gevolgd en gaat 4x per week kickboxen. Het gaat hem goed.

 

 

Een erkend vluchteling is een huurder als een ander

Vluchtelingen en subsidiair beschermden
kunnen niet terug naar hun eigen land wegens vervolging of oorlog.
Ze mogen na hun erkenning wettig in België verblijven.
Ze hebben identiek dezelfde rechten en plichten als alle andere huurders in Vlaanderen.

Daarnaast hebben zij een inburgeringscursus achter de rug,
volgen zij verplicht lessen Nederlands, en hebben zij toegang tot
budgetbegeleiding en eventueel vormingen rond ‘huren’
(recycleren, energiegebruik…) bij het OCMW of het CAW
(Centrum Algemeen Welzijnswerk).

Wie in België asiel aanvraagt, kan al vanaf vier maanden na de
start van de asielprocedure officieel werken. Een aantal
vluchtelingen hebben daardoor reeds  werk op het moment
dat ze huisvesting zoeken. Wie nog werkzoekend is,
krijgt een leefloon van het OCMW.

De meeste OCMW’s zijn bereid om in samenspraak met hun cliënt het
deel leefloon voorbestemd voor de huur, rechtstreeks aan de verhuurder te storten.
Het OCMW kan zich eveneens schriftelijk garant stellen voor de huurwaarborg
of deze overmaken op een geblokkeerde rekening.
Daarnaast hebben erkende vluchtelingen recht op een installatiepremie
om meubels aan te schaffen en kunnen zij in sommige
gevallen een  huursubsidie aanvragen.

Nieuw!
Een kamer in je huis voor erkende vluchtelingen

Sinds september 2016 is het in Vlaanderen mogelijk om een vrije kamer in je woning
te verhuren of extra woonruimte te creëren om erkende vluchtelingen te huisvesten,
zonder dat je daarvoor een stedenbouwkundige vergunning nodig hebt.
Een melding bij je gemeente volstaat. Wil je meer informatie over de voorwaarden
voor deze melding of wens je ondersteuning bij het indienen ervan?
Geef ons dan een seintje. (Contactinfo p. 4).

Tip! Verhuren zonder zorgen.

Ga dan eens langs bij je lokale Sociale Verhuurkantoor (SVK).
Een SVK huurt jouw woning en onderverhuurt deze aan mensen met een lager inkomen.
Het SVK neemt al de verantwoordelijkheden als verhuurder van jou over,
staat garant voor je maandelijkse huurinkomsten en voor de correcte aflevering van je
woning bij het einde van het huurcontract.

In ruil voor deze garantie vraagt het SVK een schappelijke huurprijs.
Opgelet, een SVK huurt enkel woningen die conform de Vlaamse Wooncode zijn.
Gelukkig zijn er een aantal lokale SVK’s bereid om, indien nodig,
kleine renovaties uit te voeren.

Een SVK selecteert daarna een kandidaat-huurder uit de wachtlijst.
Heb je echter zelf al een kandidaat op oog? Breng dan je toekomstige
huurder samen met je woning aan bij het SVK.
Zij mogen dan rechtstreeks jouw woning betrekken.

 

 

“Thuis is waar je welkom bent”

Hun vlucht is vaak een positieve en moedige keuze voor het leven,

waarvoor ze een hoge prijs betalen: alles achterlaten wat ze in hun
thuisland hadden opgebouwd.

We spraken haar in het Syrische restaurant Dilbi Falafel,
dat ze samen met haar man een jaar geleden uit de grond gestampt heeft,
een anderhalf jaar nadat ze in België aankwam. Sally komt uit een begoede familie
uit Aleppo (Syrië). Daar oefende ze het beroep uit van lerares muziek en Engels.

Ze trouwde met Issam Youssef, een ingenieur, en samen kregen ze een zoon.
Haar wereld stortte in toen haar broer werd opgepakt nadat hij op Facebook geprotesteerd
had tegen het regime en vooral tegen het gebruik van chemische bommen.
Haar broer werd gevangen gezet en gemarteld.

In die periode waren Sally en haar familie wanhopig van onzekerheid,
ze vreesden voor zijn leven. Uiteindelijk lukte hun vader er in om de broer
van Sally vrij te krijgen, die daarna naar Libanon vluchtte.
Maar ook daar bleven de doodsbedreigingen komen.
Het rustige en gelukkige leven dat Sally en haar familie
tot dan geleid hadden, was voorbij.

Zij besefte dat ook zij niet konden blijven in een land waar oorlog
en terreur dreigden en elke vorm van kritiek en iedere verdediging van mensenrechten
afgestraft werden. Samen met haar man en haar zoon vluchtte ze uit haar oorlogsland.

Ze kwamen via Turkije in Griekenland aan. Haar man en zoon bleven achter,
terwijl zij alleen op zoek ging naar een nieuwe thuis in Europa, een plaats waar
ze welkom zouden zijn. Zo kwam ze terecht in België.
Na een nacht in een opvangkamp in Brussel te hebben doorgebracht,
kreeg ze voorlopig onderdak in een klein appartementje in Boom,
zodat haar man en zoon ook konden overkomen.

Ze hadden geen geld, geen papieren, kenden de taal niet,
maar Sally was blij en dankbaar dat ze mochten blijven en ze
wilde zo snel mogelijk terug voor zichzelf en haar gezin kunnen zorgen.
Liefst zou ze bij haar aankomst meteen een eigen zaak geopend hebben,
maar hiervoor kreeg ze geen toelating.
Studeren was wel toegestaan en zo zag ze de kans om haar droom
verder waar te maken.

Sally stelde zich kandidaat voor de International Academy of Film and Television Belgium.
Daar legde ze uit dat ze geen geld had, enkel haar bereidheid om hard te werken.
Dankzij de tussenkomst van haar voormalige docenten uit Dubai kreeg ze een studiebeurs.

In haar derde jaar maakte ze een kortfilm over Syrië en ze kreeg de kans om dit voor te leggen aan Rudi Vranckx. Hij steunde haar idee om een documentaire over haar land te maken, en in het bijzonder over haar broer.

Tijdens de onderhandelingen kreeg ze plots haar verblijfspapieren,
waardoor ze binnen de 2 maanden een eigen appartement moest vinden,
wat wel lukte, maar ze moest haar droomproject opzij zetten.
Ze leerde in spoedtempo Nederlands maar ze vond slechts minderwaardige jobs.

Dit was hard voor de hoogopgeleide Sally, maar ze had geen keuze.
Ondertussen zocht ze samen met haar man, die zeer goed kan koken,
naar een mogelijkheid om ergens een restaurant te beginnen.
Zo ontdekten ze een pand in de Diepestraat in Antwerpen.

Eindelijk was het zover: ze openden hun restaurant Dilbi Falafel.
Nu, een jaar later begint het restaurant goed te draaien en zien ze terug
een beetje licht aan het eind van de tunnel. Met haar openheid en haar
artistieke achtergrond probeert ze iets speciaals te maken van hun restaurant .

“Als er nieuwe klanten zijn, wil ik hen graag persoonlijk ontvangen.
We willen zo graag de goede kanten van ons land belichten. Dat is onze missie benadrukt Sally.
Alle gerechten maken deel uit van de Syrische street food cultuur.

Versheid en hygiëne zijn hun handelsmerk.
Alle sauzen worden met de hand bereid, zodat ze authentiek smaken.
Daarnaast proberen ze er ook een artistieke toets aan te geven.

Issam mag dan ingenieur van opleiding zijn, hij is ook een getalenteerde
kok en heeft veel faam vergaard als dichter. En inderdaad, je voelt dat er poëzie hangt in het restaurant. Ondertussen blijft Sally dromen dat ze ooit haar documentaire zal kunnen maken en dat ze
haar broer zal terug zien, die intussen naar Australië gevlucht is.

“Ik wil bewijzen dat ik me wil integreren en op die manier respect afdwingen.
Ik ben trots op mijn Syrisch-Aramese roots en ik wil dat de mensen de gastvrijheid
en warmte van de Syriërs leren kennen. Toch is België nu mijn thuis.
Ik kwam hier, werd verwelkomd en respectvol behandeld.
Wat je ook tegenkomt in je leven, een thuis zal je altijd hebben.
Niets is onmogelijk. Geef nooit je dromen en de hoop op.”

Back To Top
Search