skip to Main Content

Hedwig en haar man Wilfried twijfelden alvast niet en wonen sinds kort samen met Luay en zijn vrouw Zahraa uit Irak, onder één dak. Nils trok naar Limburg voor een inspirerend gesprek met beide gezinnen.

Borgloon, een klein Haspengouws dorp van 10.000 inwoners in het zuiden van de provincie Limburg. Na een halfuur rijden met de bus vanuit Hasselt, door talloze velden vol bloeiende fruitbomen, wordt ik pal voor de deur van mijn eindbestemming gedropt. Hedwig, de energieke Limburgse huiseigenares, zwaait de deur met een brede glimlach open. “Kom binnen!”

Ik plof me neer in de woonkamer en ben zichtbaar onder de indruk van de grootte van het huis. “Onze woning was oorspronkelijk een oude Limburgse hoeve, met achteraan stallen voor de dieren”, legt Hedwig uit. “Plaats genoeg voor een gezin met drie kinderen dus. Toen we er later nog drie kinderen bij kregen, werd het toch wat krap en hebben we de woning uitgebreid met twee nieuwe kamers.

We hadden toén al het plan om deze extra ruimte na het vertrek van onze kinderen te verhuren als  kangoeroewoning, een  ‘woning binnen een woning’. Daarom maakten we destijds van de twee extra kamers een relatief aparte wooneenheid, met een eigen badkamer en keuken.”

Jaren later bleek het opdelen van de hoeve niet zo eenvoudig  als Hedwig had gehoopt.
“Vorig jaar verlieten onze oudsten  het nest en wilden we een vergunning aanvragen voor
de opdeling. De gemeente liet ons echter weten dat dit enkel mogelijk was
indien elke wooneenheid over een eigen terras én een aparte parkeerplaats beschikte.
Om dat nog in orde te brengen ontbraken jammer genoeg energie, tijd en geld.”
Hedwig gaf zich echter niet gewonnen.

“We wilden de leegstaande ruimten in onze woning niet zomaar ongebruikt laten.
Ik ging op zoek naar een alternatief en kwam terecht bij het project
‘Geef de wereld een thuis’ van Pleegzorg Vlaanderen.

Zij waren op zoek naar gezinnen die bereid waren erkende vluchtelingen in hun
eigen woning op te vangen. We stelden ons meteen kandidaat.”
Tevergeefs, want ook Pleegzorg stootte tegen een muur van regelgeving,
waardoor het hele project nooit van de grond ging.

Het domiciliëren van twee gezinnen op hetzelfde adres  bleek niet zonder gevaren.
“Als één van ons ooit schulden zou maken,  dan liepen beide gezinnen het risico een
deurwaarden over de vloer te krijgen.” “Ik vond het enorm jammer.

Het is toch te gek om met ons twee in zo’n groot huis te wonen, terwijl er zoveel krapte heerst
op de Vlaamse woonmarkt? We dachten er aan te verhuizen naar een kleinere woning.
Zo zou een ander groot gezin de kans krijgen een nieuw  leven te starten in onze hoeve.

Maar we waren na zoveel jaren echter enorm gehecht
geraakt aan onze woning.   We konden de hoeve niet zomaar loslaten.”

Wanneer Vlaanderen eind vorig jaar de vergunningsplicht verving
door een meldingsplicht voor mensen die hun woning willen opdelen om erkende
vluchtelingen te huisvesten, greep Hedwig haar kans.

“De voorwaarden voor de melding waren veel soepeler.
Een apart terras en een parkeerplaats waren niet meer nodig.
Het was nog wel wat papierwerk, maar eenmaal we onze melding
indienden moést de gemeente binnen de 30 dagen reageren.

Het antwoord was positief en eindelijk kwam er vooruitgang in de zaak.
We hadden onze woning ondertussen ook al op
de immo-pagina van Vluchtelingenwerk Vlaanderen gezet, www.mijnhuisjouwthuis.be.
Er waren vrijwel onmiddellijk meerdere geïnteresseerden.”

 

Of erkende vluchtelingen beter kunnen integreren op het platteland,
dat vindt Hedwig niet zo vanzelfsprekend. “Het grootste voordeel van wonen in Borgloon,
is dat we een kleine gemeenschap zijn. De scholen zitten hier nog niet vol en er is veel werk te vinden op de boerderijen. Als je kinderen hebt en je wilt een job als handarbeider
, dan ga je hier minder moeite hebben met integreren.
Maar elke vluchteling is anders en niet iedereen hoort thuis op het platteland.

Zo zagen we een aantal kandidaat-huurders passeren met een hoog opleidingsniveau.
Eentje was een IT expert en er was ook een gezin met een dochter die aan de universiteit wou studeren.
Geweldige mensen, maar die gaan het hier moeilijk hebben.
De eerste zou hier genoegen moeten nemen met een job ver onder zijn kunnen,
de andere zou zijn dochter dagelijks urenlang op de bus moeten zetten.
Ik zei hen dat ze hun leven véél beter konden starten in of rond een stad.”

Uiteindelijk koos Hedwig voor het Iraakse koppel Luay en Zahraa.
“Samenleven met anderen is altijd even aanpassen.
We merken dat Zahraa andere gevoeligheden heeft als wij.
Onze woongedeeltes zijn met normale binnendeuren van elkaar gescheiden.
Als die open gaan en Zahraa weet dat mijn man of zoon thuis zijn,
dan gaat ze altijd snel haar hoofdoek aandoen.  Voor ons is dat even wennen.
Je moet in het begin elkaars gevoeligheden nog leren kennen.”

De relatie tussen de twee gezinnen is nog jong en soms is het nog wat aftasten.
“Wat ik me afvraag, is hoeveel hulp ik hen mag geven. Soms denk ik, ‘wat doen ze nu?’
en zou ik advies willen geven, maar ik wil hen ook niet het gevoel geven dat ik hun leven controleer.
Voorlopig ga ik wekelijks even aankloppen om te vragen of ze iets nodig hebben.
Verder ben ik al eens met Zahraa gaan wandelen en heeft Luay lekkere pizza’s klaargemaakt
voor mijn man en mij. In Irak heeft hij nog als pizzabakker gewerkt!”

 

Tijd om met Luay en Zahraa kennis te maken.
Letterlijk met de binnendeur in huis vallen doet Hedwig niet graag.
Daarom gaan we naar buiten om aan te bellen bij de aparte voordeur.
Eén keer rinkelen en we worden meteen overstelpt door drie mondige kleine meisjes.
Ahmed, vriend van de familie en vader van Hanen, Rogia en Mariam, is op bezoek.

We zetten ons samen aan tafel, terwijl Hedwig zich bezig houdt met de kinderen op de speelmat.
Zahraa schotelt ons een bordje paaseieren voor. “Vrolijk Pasen!”

Voordat ze in Borgloon hun nieuwe thuis vonden, had Luay al een maandenlange verhuisbeweging achter de rug. “Eerst zat ik in Horendonk in de collectieve opvang, van daar ging ik naar Turnhout en eenmaal ik mijn papieren kreeg mocht ik naar de individuele opvang in Nieuwerkerken gaan.”

Dat mensen die moeten vluchten geen keus hebben, staat vast.
Waar ze naartoe gaan, dat hebben ze echter wél in handen.
Waarom kozen ze België, van alle landen?
“Het ging er niet om wat voor  ons de béste plek was om naartoe te vluchten.

We zochten een plek waar we ons veilig voelden, meer niet.
In Irak hoorden we vaak hoeveel stabieler het leven was wanneer we nog een koning hadden.
Toen we hoorden dat België een koninkrijk is, wisten we waar naartoe.”

“Oorspronkelijk zou ik alleen voorop gaan.
Ik wou mijn vrouw de helse tocht naar Europa besparen.
Maar het duurde een hele tijd voordat ik België bereikte
en mijn erkenning als vluchteling bleef lang op zich wachten.
Die tijd apart werd al snel ondraaglijk en Bagdad was ook voor
mijn vrouw geen veilige plek. Zahraa besloot mij op eigen
kracht achterna te komen en waagde ook haar kans op de Mediterrane zee.”

Na maanden wachten kwam er voor het koppel het verlossende nieuws
dat ze in België mochten blijven. De volgende drempel was het vinden van een woning.
“Toen we onze erkenning kregen, zei het OCMW ons dat we binnen
de twee maanden een eigen woning moesten vinden.
Eenvoudig was dat niet. We kennen België helemaal niet.

We kennen de steden niet bij naam, laat staan dat we weten waar ze liggen.
We wisten gewoon niet waar beginnen. Bij de immokantoren langsgaan had geen zin,
daar vroegen ze telkens bewijs van vijf maanden salaris.
Dat hadden we uiteraard nog niet.”

Gelukkig konden Luay en Zahraa reken op de steun van Patrick, een vrijwilliger bij de vluchtelingenopvang in Nieuwerkerken. Het was Patrick die het aanbod van Hedwig op het spoor kwam. Hij wilde echter zeker zijn dat geen van beide families in de problemen zouden komen door gebruik te maken van deze nieuwe meldingsplicht. Hij hoorde over het ORBIT vzw project ‘Woning Gezocht, Buren Gevonden’ en stuurde me zijn bezorgdheden door.
Ik deed even een rondvraag en kon hem al snel bevestigen dat hij niet moest twijfelen.
Luay en Zahraa konden met een gerust hart starten aan hun nieuwe leven in Borgloon, onder hetzelfde dak als Hedwig en haar man Wilfried.

 

Wat vindt het koppel het leukst aan wonen in Borgloon?
“De bus!”, zeiden ze zonder twijfelen. “Die stopt hier letterlijk recht voor de deur.
Zo kunnen we eenvoudig naar onze taallessen in
Sint-Truiden rijden en zijn we ook op een halfuurtje bij onze vriend Ahmed.”

Het contact met de buurt en de inwoners van Borgloon staat nog maar in zijn kinderschoenen.
“We willen wel vrienden maken in Borgloon, maar het is niet makkelijk.
Buiten Hedwig en haar man hebben we nog niet veel contact gehad met de mensen hier.”
Misschien kunnen ze lid worden van een lokale vereniging?  “Dat willen we graag, maar om alleen op een groep mensen af te stappen durven we niet. We zouden graag eerst wat vrienden maken om dan samen de buurt mee te verkennen.

In een ondeugende bui verklap ik dat Hedwig soms twijfelt of haar hulp gewenst is.
Misschien durven zij op hun beurt Hedwig ook niet lastigvallen met hun vragen?
Luay en Zahraa krijgen meteen het schaamrood op de wangen en moeten er om lachen.
Hedwig hoort haar naam vallen. “Je moet het maar laten weten als je iets nodig hebt eh,
ik zit hier vlak naast!”, roept ze.

Nu ze een dak boven hun hoofd hebben en hun integratielessen achter de rug zijn,
kunnen ze nadenken over hun toekomst in België.
“De inburgeringscursus was niet zo moeilijk, we hebben
eigenlijk niet veel nieuws geleerd. De Marokkaanse leerkracht was wel héél streng.

We mochten zelfs niet lachen!”, grapte Luay.
“Ik wil eigenlijk zo snel mogelijk werken, maar vond nog niets.
Ik ben het stilzitten beu.” Misschien wil hij opnieuw als pizzabakker aan de slag?
“Geef mij eender wat, zolang ik maar de handen uit de mouwen kan steken!
Zahraa gaat binnenkort ook lessen volgen bij de VDAB.
Zij zou graag iets met computers doen en start daarom een ICT cursus.”
Terugkeren naar Irak, daar denken ze niet aan. “Onze toekomst ligt in België.”

Het wordt stilaan tijd om afscheid te nemen van beide gezinnen.
Ik vraag of ik snel nog wat foto’s mag nemen. De dochtertjes van Ahmed zien hun kans schoon.
Stoutmoedig klimmen ze om de beurt op mijn schoot terwijl de andere twee hun beste ‘pose’ aannemen.
Zahraa is meer verlegen en laat geen foto ongecontroleerd voorbij gaan.
Na tien pogingen geeft ook zij haar goedkeuring, ze staat er mooi op. Een vrouw met trots!

“Zeker dat je niet eerst nog een pizza wil?”, vraagt Luay nog. “Of een boterham?”, vraagt Hedwig.
Het is jammer genoeg tijd om terug naar Gent te gaan.
Op de terugweg blader ik nog even door de tientallen foto’s vol lachende gezichten.
“Dat komt dik in orde”, denk ik bij mezelf.

Back To Top
Search