skip to Main Content

Frank Vangaever is een gedreven vrijwilliger bij vzw Huizen van Vrede,
een burgerinitiatief dat zich actief inzet voor woonhulp voor vluchtelingen in de Brugse regio.
Hij vertelt over het ontstaan, de werking, de obstakels en zijn rol binnen dit initiatief.

Het obstakel bij het vinden van een huur woning

Als reactie op de verhoogde aankomst van asielzoekers deed
het OCMW Brugge in 2014 een oproep voor vrijwilligers om een
handje te helpen in het lokale opvanginitiatief (LOI).
Het helpen bestond erin de mensen bezig te houden,
een babbeltje te doen, samen deel te nemen aan een activiteit, gaan zwemmen…

“Na de erkenning was het twee maanden zoeken naar een woning.
Dat was een ramp voor die mensen;  ze spraken de taal niet,
hadden niet het uitzicht van ‘een Vlaming’,…”, vertelt Frank. “
Heel snel zijn we dan omgeturnd van zeg maar
‘entertainers’  tot ‘huizenzoekers’.

Waar we in het begin met veel
vrijwilligers waren, haakten velen af.
Negen maanden lang zijn we als het ware de boer op gegaan.
We contacteerden huiseigenaars en immokantoren en leerden de problemen kennen.
We staken hier veel energie in maar boekten weinig resultaat.
Dat frustreerde ons.”, legt Frank uit.
“We besloten het anders aan te pakken en richtten op
22 september 2016 de vzw Huizen van Vrede op.”

De vzw heeft tot doel het zoeken van een woning te faciliteren.
Door een systeem van huren en onderverhuren bieden ze eigenaars
de garantie dat de huur tijdig op hun rekening staat.
“In feite kan je besluiten als het OCMW met de cliënt
afspreekt om iedere maand de huur af te trekken van het leefloon, er geen probleem is.

Toch zien we van zodra je het woord ‘OCMW’ laat vallen verhuurders afhaken.”
Naast het garanderen van de huur, zorgt de vzw Huizen van Vrede ervoor dat de eigenaar zijn pand terugkrijgt in de staat zoals het werd afgeleverd. “We zagen dat dat steeds twee terugkerende bekommernissen waren.
Terecht, maar vaak ook onterecht.
Onterecht in die zin dat het niet wil zeggen dat mensen met
een migratieachtergrond de woning gaan kapot maken.
Evengoed zijn er Vlamingen die het verhaal verzieken.”

In drie jaar tijd heeft vzw Huizen van Vrede zijn werking uitgebouwd en uitgebreid.
Ondertussen huren en onderverhuren ze meer dan 50 woningen.
Brugge is de regio waarbinnen ze voornamelijk actief zijn.
Bij hoge uitzondering strekken ze zich verder uit.

Zo huren ze ook woningen in Blankenberge, Oostende,… Dat vinden ze niet zo ideaal.
“Wij garanderen wat we zeggen door vrijwilligers.
Als je een vrijwilliger op pad moet sturen van Brugge naar De Haan werkt dat gewoon niet.

Zo hebben we recent een woning in De Haan stopgezet.
In het begin hadden we niets en was de vraag zo groot,
dat bij het minste dat zich aanbood we er opsprongen.
Door de slechte ervaringen proberen we dat niet meer te doen.
Toch worden we soms verplicht om verder te gaan,
gewoon omdat er in Brugge te weinig betaalbare goede studio’s en appartementen zijn.”

klinken als muziek in de oren van eigenaars.
Ook bij een aantal immokantoren kregen ze een goede naam.
“We zeggen wat we doen en we doen wat we zeggen”, aldus Frank.
De wisselwerking met contactpersonen van immokantoren loopt vlot.

“Wij bellen naar onze tussenpersoon en stellen de vraag of het
pand een optie is voor één van onze erkende vluchtelingen.
Zij kennen meestal de eigenaar en geven aan of we een kans maken en mogen langsgaan of niet.

Dat scheelt natuurlijk.
Als je iedere keer met veel goede moed daar naartoe gaat en steeds opnieuw
het deksel op de neus krijgt, werkt dat heel demotiverend.
Daarnaast weten immokantoren als er een probleem is dat ze ons kunnen bellen.

Zo is er per pand minstens één ‘omarmer’.
Een omarmer is een vrijwilliger die de vluchteling begeleidt.
Ook is er een karwijenploeg die kleine herstellingen in de woning
uitvoert zoals een draad die loshangt of een stopcontact dat niet werkt.
” Die samenwerking is niet voor alle immokantoren vanzelfsprekend.

Er zijn een heleboel kantoren, vaak met een groot aanbod in Brugge,
die niet bereid zijn tot coöpereren. Het opbouwen van credit is een werk van lange adem.
“Ik druk er daarom telkens op, als je meteen in de ogen van een eigenaar kunt kijken dan heb je die tussenpersoon van het immokantoor niet nodig”, zegt Frank.
Het is de weg van de geleidelijkheid.

Bepaalde vooroordelen en stigma’s kun je niet zomaar veranderen.
“Ik zie onze rol daarin of toch voor een beetje, wat wij doen is maar
een druppel op een hete plaat, het bieden van tegenwerk.
Wij tonen dat het anders kan en hopen dat we op lange termijn
de lijn van immokantoren die willen meewerken een beetje kunnen opschuiven.”

Wooncafés

In het verleden maakte vzw Huizen van Vrede enkele slechte ervaringen mee.
Ze merkten dat sommige situaties vooraf onvoldoende werden ingeschat
en dat er nood was aan een goed intake gesprek met de erkende vluchtelingen.
Uit deze vaststelling groeide het idee voor de zogenaamde ‘wooncafés’.
Dit zijn ontmoetingsmomenten op dinsdag en donderdag waar alle
rechthebbenden terecht kunnen voor hulp bij het zoeken naar een woonst.

Tijdens de wooncafés voeren de woonbuddy’s een intakegesprek (gezinssamenstelling, budget…)
en vullen ze een intakeformulier in.
Ook wordt een woonprofiel opgemaakt.
“Wanneer wij bellen naar een immokantoor willen we
de persoon of gezin in kwestie kunnen voorstellen”,
legt Frank uit. “We stellen een soort cv op waarbij de
vluchtelingen een gezicht krijgen en eigenaars dus een beeld krijgen van de kandidaat-huurders.”
Vervolgens geven de woonbuddy’s info over (de opvolging van) het zoekproces.

Ze delen ervaringen over de beste strategie:
welke sites, welke immokantoren, welke contactpersonen.
“We leren de mensen zo goed mogelijk zoeken.
Bijvoorbeeld geen studentenkoten, regio gebonden, enzovoort.
Dit is een interactief proces.
Op het moment dat ze iets vinden,
sturen ze de link via whatsapp door.
Ik bel het immokantoor op en maak een afspraak.
Vervolgens gaan we samen het pand bezichtigen”,
vertelt Frank.

“Ook wij moeten het spel spelen zoals dit gespeeld wordt.
In het begin dat we woningen zochten, stonden we helemaal in
de schoenen van de persoon die een woning zocht,
gaandeweg zijn we ook in de schoenen geraakt van de eigenaar.
Wij moeten ervoor zorgen dat alles volgens de regels loopt en dus klopt.
Dat heeft zowel zijn voordelen als nadelen.”
Met de wooncafés en intakegesprekken probeert vzw
Huizen van Vrede de erkende vluchtelingen zo goed mogelijk te
informeren over de regels en voor te bereiden op het spel van de woningmarkt.

De hoofdroute hoe vluchtelingen bij vzw Huizen van Vrede terecht komen is via
de maatschappelijk werker van het OCMW.
Er is een intense samenwerking maar die kan volgens Frank beter.
“Ik hoed me ervoor om te zeggen hoe zij het moeten doen.
Ik kom vaak af met de vraag hoe we het anders kunnen aanpakken
en dan merk ik dat we over veel niet geïnformeerd zijn.
Je voelt duidelijk een verschillende insteek.
Het OCMW is een overheidsdienst en gebonden aan allerlei spelregels.
Die kunnen ze niet snel doorbreken om ons tegemoet te komen.”

Die twee verschillende werelden, vrijwilligers en betaalde werknemers, botsen soms.
“Het gebeurt wel eens dat dat een sociaal assistent vertrekt of ziek is en dat de nieuwe
assistent niet geïnformeerd is hoe de interacties lopen.
Zo vroegen ze aan een woonbuddy die regio Roeselare voor ons
doet om mee te gaan naar Blankenberge.
Dat werkt niet. Daarnaast doen wij het intakegesprek
terwijl het oorspronkelijk was afgesproken dat zij dit zouden doen.
Zij kennen de cliënt immers al. ”

Dit jaar was er in Brugge het pilootproject ‘woonateliers’, gericht op erkende
vluchtelingen en personen in nacht- en crisisopvang.
Elk woonatelier bestond uit 3 themadagen waarop de deelnemers
meer te weten kwamen over de rechten en plichten als huurder,
de zoektocht naar een woning, energieprijzen en budgetbeheer…
“De opkomst kon beter.

Ik ken mensen die ik de dinsdag en donderdag zie tijdens de wooncafés,
maar die toen niet aanwezig waren. Die kritiek was niet helemaal welkom”,
vertelt Frank. “Ik vind dat jammer, want het kan anders. Ons pleidooi was:
“laat ons het verlengde zijn van wat de assistenten doen.
De zaken die zij niet kunnen doen door tijdsgebrek zoals woningen zoeken,
meegaan naar het Huis van de Bruggeling, enzovoort.
Laat ons dat doen, maar zorg dan wel voor een goede afstemming.
Geef aan wat jullie takenpakket is. Dat is niet gelukt en ik vrees
dat het ook in de nabije toekomst niet zal veranderen.”

De verschillende obstakels houden de gedrevenheid van Frank niet tegen.
“Je onvoorwaardelijk geven is niet altijd simpel omdat je ook je eigen limiet moet kunnen aangeven.
Dat is niet iedereen gegeven. In feite wil ik twee keer per jaar voor twee weken de bergen in.
Ik weet als ik dat doe, ik beter terug kom en er weer vollen bak kan invliegen.
De ene mens is gedrevener dan de andere. Ik wou iets om handen hebben als gepensioneerde.
Dat komt ook van thuis uit, waar ik leerde om te helpen waar je kunt. Verbondenheid staat bij mij centraal.”

Back To Top
Search